Begrotingsmaatregelen Michel 1

De regering Michel 1 keurde zonet de begroting goed. Hierna volgt een overzicht van de voornaamste maatregelen die genomen werden.
Fiscaal:
- Het tarief van de roerende voorheffing op dividenden en intresten stijgt vanaf 2017 van 27% naar 30%. Daarmee is de roerende voorheffing in zes jaar tijd verdubbeld van 15% naar 30%. Het tarief van de liquidatiereserves, die na de wachtperiode van vijf jaar worden uitgekeerd, blijft voorlopig op 5%. Onduidelijke is nog of het verhuren van roerende goederen voortaan ook zal onderworpen worden aan 30% roerende voorheffing.
- De speculatietaks op aandelen (verkocht binnen zes maanden na de aankoop) zal worden afgeschaft. De beurstaks wordt echter verhoogd. Van een zuivere meerwaardebelasting op aandelen door particulieren is vooralsnog geen sprake.
- Er komt een extra forfaitaire heffing op tankkaarten voor werkgevers die werknemers van een tankkaart voorzien. Onduidelijk is nog of de heffing ook toegepast zal worden op bedrijfsleiders met een tankkaart. Nar alle waarschijnlijkheid zal dit wel het geval zijn. Er wordt een kader uitgewerkt voor het mobiliteitsbudget. Hierdoor zullen werknemers met een bedrijfswagen kunnen kiezen om dit voordeel om te zetten in hoger netto loon.
- Opvoering strijd tegen fiscale en sociale fraude.
- De hervorming van de vennootschapsbelasting werd op de lange baan geschoven.
Sociaal:
- Voor werknemers die jonger zijn dan 21 jaar worden degressieve minimumlonen ingevoerd. Her verlies van de jongere aan nettoloon zal worden gecompenseerd door lagere persoonlijke sociale bijdragen en belastingen.
- De werkgeversbijdrage voor nieuwe instroom in het brugpensioen (SWT) zal worden verhoogd.
- Het verbod op nachtarbeid in de e-commerce zal worden versoepeld.
- De reglementering rond deeltijdse arbeid zal versoepeld worden. Afschaffing verplichting om alle mogelijke werkroosters op te nemen in het arbeidsreglement. mogelijkheid om het controledocument waarin alle afwijkingen moeten worden bijgehouden, te vervangen door een tijdsopvolgingssysteem.Bewaring werkroosters kan voortaan in elektronische vorm....
- Invoering wettelijk kader glijdende werktijden.
- Onder bepaalde voorwaarden zullen verlofdagen kunnen geschonken worden aan andere werknemers in de onderneming die zorgen van een kind opneemt.
- Occasioneel telewerk omwille van persoonlijke redenen of overmacht.
- Loopbaansparen. Het wordt voor werknemers mogelijk om tijd te sparen om later tijdens de dienstbetrekking op te nemen als verlof.
- Een werknemer kan vrijwillig 100 overuren per kalenderjaar extra presteren mits uitdrukkelijk akkoord.
- De annualisering van de arbeidsduur maakt de werkweek flexibeler doordat bedrijven hun gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over een periode van één jaar kunnen berekenen in plaats van per semester (toestemming van de vakbond binnen het bedrijf zal vereist zijn). De ene week zal men meer dan 38 uren kunnen werken met een maximum van 45 uren per week en 11 uren per dag. De andere week zal men minder moeten werken om op jaarbasis toch terug uit te komen op gemiddeld 38 uren per week. Deze versoepeling moet wel op bedrijfsniveau afgesproken worden tussen werkgevers en werknemers. Voor de uren die men extra presteert tijdens de langere weken moet het bedrijf geen overloon uitbetalen.
- Het systeem waarbij ambtenaren 900 ziektedagen kunnen opsparen zonder effectief ziek te zijn zal verdwijnen.
- Loopbaanonderbreking en tijdskrediet zal verder ingeperkt worden.
- Lagere pensioenen voor wie langdurig werkloos is.
- Langer werken wordt interessanter. Loopbaanjaren boven de 45 worden voortaan ook meegeteld voor de pensioenberekening.
- De automatische indexering van lonen blijft.